Oekraïense vluchtelingen en statushouders
Oekraïners
De opvang van zo'n 50 tot 150, tegen het einde van het jaar mogelijk oplopend tot 220, Oekraïners legt aanzienlijke druk op het ambtelijk apparaat, maar ook op het zorgveld, zoals huisartsen en scholen. Kinderen moeten uiteraard onderwijs krijgen, waarvoor taalklassen nodig zijn, evenals opvang voor kinderen jonger dan 4 jaar. Deze faciliteiten zijn nog niet beschikbaar in onze gemeente, dus maken we gebruik van faciliteiten in de regio waar al een grote druk op ligt. Met name het vinden van personeel en huisvesting is een knelpunt. We verwachten ook een stijging in het gebruik van leerlingvervoer, wat weer capaciteitsproblemen en het vinden van chauffeurs met zich meebrengt.
Het is nog niet bekend of het Rijk in 2025 en daarna leefgeld blijft verstrekken. Mogelijk zullen Oekraïners op termijn bijstand aanvragen of komen er extra claims voor schuldhulpverlening.
Tot nu toe is de opvang uitvoerbaar gebleken, maar bij het verzorgen van meer opvang zijn de grootste risico's een tekort aan ambtenaren voor de uitvoering, onderwijspersoneel en zorgpersoneel. Daarnaast lijkt de dekking met de gelden vanuit het Rijk voldoende te zijn, maar dit is nog niet gegarandeerd. Met het huisvestingsproject in Entrada zitten we ruim boven onze taakstelling. Als het Rijk niet volledig uitkeert of de plekken niet voor 100% bezet zijn, heeft dit financiële consequenties.
Statushouders
De versnelde instroom van statushouders kan mogelijk ook extra druk leggen op bijvoorbeeld de bijzondere bijstand, leerlingvervoer en jeugdzorg, maar ook op onze medewerkers en die van de gecontracteerde ondersteuning van onze partners. De vergoedingen vanuit het Rijk voor de uitvoeringskosten en begeleiding blijken de laatste jaren onvoldoende dekkend te zijn.